Bij Filomena werken verschillende professionals dagelijks aan de aanpak van huiselijk geweld. Vaak gaat het om complexe situaties die elders vastlopen. Maurits, intensief casemanager bij Filomena, legt uit waarom het zo belangrijk is dat zijn werk niet alleen draait om slachtoffers, maar ook om plegers.
Als intensief casemanager behandelt Maurits casussen en spreekt hij cliënten bij Filomena. “Wij vormen de uitvoerende laag van Filomena. We onderzoeken geweldspatronen en werken met cliënten toe naar veiligheid.” Maurits begon zijn loopbaan als maatschappelijk werker in de schuldhulpverlening en werkte een aantal jaren in het wijkteam. Daarin specialiseerde hij zich steeds meer in huiselijk geweld. Uiteindelijk bracht dat hem in 2023 bij Filomena.
Pleger ook betrekken
“Huiselijk geweld heeft bijna altijd een patroon”, legt Maurits uit. “Als je het probleem alleen vanuit het slachtoffer benadert, blijft dat patroon bestaan. In de keten van huiselijk geweld zijn we inmiddels steeds beter ingericht op het beschermen en versterken van slachtoffers. Dat is één kant van de medaille. Maar de andere kant, het betrekken van plegers van huiselijk geweld, krijgt vaak weinig aandacht. Professionals weten niet altijd hoe ze een pleger moeten aanspreken of bieden soms helemaal geen hulp. Dan is de kans op een oplossing veel kleiner.”
Juist daarom kijkt Filomena naar beide kanten van een casus. “In de praktijk meldt het slachtoffer zich meestal. Daarmee start je eigenlijk scheef: de ene cliënt kiest voor hulp, de ander niet. Het slachtoffer is bovendien vaak angstig, wat heel begrijpelijk is. Het betekent dat je zorgvuldig moet afwegen of en wanneer je de pleger betrekt. Soms is dat meteen mogelijk, soms pas later.
Patronen doorbreken
Werken met plegers vraagt tijd en volharding. “Soms duurt het maanden of zelfs jaren voordat iemand hulp accepteert. Maar als je contact houdt en niet direct veroordeelt, kan er ruimte ontstaan voor verandering.” Filomena werkt daarbij circulair. “Wij zien geweld niet als een rechte lijn van dader naar slachtoffer, maar als een patroon tussen twee mensen dat zichzelf herhaalt en in stand houdt. Om dat te doorbreken onderzoeken we hoe deze patronen zijn ontstaan en wat er nodig is om verandering mogelijk te maken. Daarbij zie je vaak dat jeugdtrauma’s of een onvermogen om ander gedrag te laten zien de oorzaak zijn. Ook plegers hebben recht op hulp om daaraan te werken.”
Dat deze aanpak werkt, ziet Maurits in de praktijk. “We hebben casussen waarin ernstig geweld of stalking plaatsmaakte voor de mogelijkheid om gesprekken te voeren met beide partijen, zonder dat dit leidde tot nieuw gevaar. Deze gesprekken vinden meestal los van elkaar plaats, waarbij pleger en slachtoffer gescheiden blijven. Dat verloopt nooit rechtlijnig. Als een pleger eenmaal inziet dat er iets moet veranderen en hulp accepteert, haalt dat de angel uit de situatie. Dan vermindert de onveiligheid merkbaar, al betekent dat niet dat alles meteen veilig is of dat het patroon helemaal verdwenen is.’’
De rol van gender
Een ander belangrijk thema is gender. Naast zijn werk bij Filomena is Maurits verbonden aan Emancipator. Dat is een organisatie die zich inzet voor het doorbreken van beperkende ideeën over mannelijkheid. “Er bestaan nog steeds veel stereotyperingen: mannen moeten stoer zijn, geen emoties tonen en altijd de leiding nemen. Dat maakt het voor hen moeilijk om hulp te vragen of te erkennen dat er iets misgaat. Terwijl juist dát nodig is om patronen te doorbreken. Dat belemmert hun herstel. Daarom nodigen we mannen nadrukkelijk uit om in gesprek te gaan.” Daarbij hoort ook een objectieve houding van de hulpverlener. “Alle informatie die we krijgen nemen we niet zomaar voor waar aan. We onderzoeken die eerst en bekijken de situatie vanuit verschillende perspectieven, zoals die van eventuele kinderen, het netwerk of andere professionals. Dat is nodig om recht te doen aan de complexiteit van elke casus.”
Duurzame veiligheid
Voor Maurits is het duidelijk dat het doorbreken van patronen tijd kost en samenwerking vraagt. “Huiselijk geweld los je niet in een paar maanden op. Je hebt geduld, een brede blik en een open houding nodig naar alle betrokkenen. Daarom dragen we actief uit dat iedereen welkom is bij Filomena. Alleen door zowel slachtoffers als plegers te betrekken, kun je werken aan duurzame veiligheid. Dat maakt dit werk soms zwaar, maar vooral ook ontzettend waardevol.”