Partnermoord
Uit onderzoek blijkt dat in relaties met een dodelijke afloop vaak sprake was van intieme terreur. In veel van deze relaties was een duidelijk patroon te herkennen dat zich in acht fases ontwikkelt. Niet elke relatie met intieme terreur doorloopt alle fases of eindigt met dodelijk geweld. Vaak is de vrouw slachtoffer van partnermoord. Dit wordt ook wel femicide genoemd: het doden van een vrouw omdat ze vrouw is, door haar (ex-)partner. Het is van levensbelang dat zowel slachtoffers als mensen in hun omgeving deze fases leren herkennen. Op deze pagina lees je welke acht fases vaak voorkomen bij intieme terreur, en waarom het zo belangrijk is om op tijd in te grijpen.
De acht stappen van partnermoord
1. Geschiedenis
In veel gevallen heeft de pleger al een strafblad, zijn er eerdere beweringen/meldingen van huiselijk geweld gedaan door ex-partners en is er vaak ook sprake geweest van stalking. Daarnaast zijn ook controlerende patronen eerder zichtbaar geweest, zoals jaloezie en bezitterig gedrag.
2. Begin van de relatie
Vaak is er sprake van love bombing, zoals grote cadeaus geven, romantische gebaren uiten en vroege liefdesbetuigingen zoals ‘’we zullen altijd samen zijn’’. Ook bezitterig gedrag en jaloezie komen voor. De datingfase verloopt snel doordat de pleger vaak eenzijdige keuzes maakt zoals het aangaan van een officiële relatie, samenwonen en toewerken naar een zwangerschap. De pleger lijkt een trager tempo van het slachtoffer niet te kunnen accepteren.
3. De relatie
De relatie wordt gekenmerkt door dwingende controle door middel van gaslighting, het afdwingen van regels en gedrag of bedreiging met zelfmoord of moord. De pleger verwacht loyaliteit als teken van liefde. Ook seksueel geweld en stalking kunnen voor komen in deze fase. De pleger isoleert het slachtoffer van het netwerk. De pleger is ook dreigend richting huisdieren en kinderen. Drugs en alcohol verergeren het gedrag van de pleger.
4. De trigger
Een trigger bedreigt de controle die de pleger heeft over het slachtoffer. Voorbeelden van triggers zijn het (dreigen van het) verbreken van de relatie, een ingebeelde affaire in het hoofd van de pleger of een ingrijpende gebeurtenis, zoals grote financiële problemen of lichamelijke/mentale achteruitgang van pleger of slachtoffer. Deze trigger werkt vaak als een katalysator op het geweld of maakt dat de pleger opnieuw overgaat tot love bombing.
5. De escalatie
De pleger probeert de controle terug te krijgen, bijvoorbeeld middels geweld, stalking, smeken of (zelf)moorddreiging. De boosheid en wanhoop van de pleger worden groter, dat zich uit in uitspraken zoals ‘’als ik je niet kan hebben, krijgt niemand je’’. De frequentie en intensiteit van de controle stijgt. Regelmatig valt de relatie terug naar fase drie, tot het weer misgaat.
6. Een verandering in het denken
Sommige plegers weigeren zich neer te leggen bij een relatiebreuk. In deze fase doet de pleger een laatste poging tot bijleggen. Gevoelens van wraak, onrecht of vernedering zijn zo hevig dat moord een optie wordt. Het slachtoffer is niet langer een bezit, maar iemand die gestraft moet worden. Slachtoffers merken in deze fase vaak een verandering in de dynamiek met de pleger op. Zo kan de situatie meer rustig aanvoelen – stilte voor de storm – of is er juist sprake van intensiever (stalking)contact waarbij dreigementen specifieker worden.
7. Moordplannen
Gedachten aan moord ontstaan. De pleger begint erover te googelen en concrete plannen te maken zoals het kopen van een wapen/gif en het zoeken naar momenten dat het slachtoffer alleen is (stalking). Mogelijk deelt de pleger deze plannen met derden of dreigt met deze informatie richting slachtoffer. Pleger isoleert de kinderen en creëert andere mogelijkheden om bij het slachtoffer in de buurt te komen. Het overgaan van fase 7 naar fase 8 kan dezelfde dag plaatsvinden of langer duren.
8. De moord en zelfdoding
De moord kan extreem agressief zijn en meerdere mensen kunnen slachtoffer of getuigen zijn, zoals de kinderen. In meerdere gevallen doodt de pleger niet alleen zijn (ex-)partner, maar ook zichzelf. De pleger biecht de moord meteen op, of laat de moord lijken op een zelfmoord, ongeluk of een natuurlijke dood. De pleger kan ook stellen uit zelfbescherming te hebben gehandeld.